Borstreconstructie
Borstreconstructie wordt meer en meer uitgevoerd. Veel reconstructiemethoden kunnen per patiënt worden overwogen, maar de uiteindelijke keuze voor welke methode wordt beïnvloed door een scala aan overwegingen. De wijze waarop de mastectomie moet worden uitgevoerd, beïnvloedt de kwaliteit van de overgebleven huid en de positie van het litteken. De co-morbiditeit, de grootte en vorm van de (contralaterale) borst en de toegepaste lokale behandeling spelen allemaal een rol in de keuze van reconstructie. Daarnaast zijn ook de verwachtingen en voorkeuren van de vrouw niet in de minste plaats van groot belang.
Een directe reconstructie leidt in het algemeen tot een esthetisch beter resultaat dan een uitgestelde reconstructie, omdat er meer huid kan worden gespaard, er een betere inframammaire plooi kan worden gemaakt en het mastectomie litteken kan worden aangepast. Een directe reconstructie kan daarnaast een groot psychologisch voordeel voor de patiënt bieden. Ook zijn de totale kosten minder in vergelijking met een uitgestelde reconstructie, hoewel de kans op complicaties en morbiditeit hoger is dan bij een uitgestelde reconstructie.
Ofschoon er veel verschillende technieken en opties voor borstreconstructie bestaan, wordt de meerderheid uitgevoerd met behulp van een implantaat. Dit is gebaseerd op het feit dat het op grote schaal kan worden uitgevoerd omdat het technisch een relatief simpele, weinig tijdrovende ingreep is die in principe door iedere plastisch chirurg kan worden uitgevoerd. Voor de vrouw die geen kandidaat is voor autologe reconstructie of voor diegene die geen ingewikkelde lap chirurgie wenst, kan een borstreconstructie met een implantaat een geschikte methode zijn.
Een implantaat is een vreemd lichaam, dus het veroorzaakt een weefselreactie die kan resulteren in een kapselcontractuur. Een implantaat heeft een beperkte houdbaarheidstermijn en zal op den duur bij nagenoeg iedereen moeten worden gewisseld mits er klachten zijn. Met een implantaat is het lastiger om een natuurlijke ptosis te creëren en om een goede symmetrie te verkrijgen in geval van een unilaterale reconstructie.
NB: In de gehele tekst van de richtlijn wordt onder implantaat zowel de tissue expander als de definitieve prothese verstaan.